door: Ilonka Berentsen
Op woensdag 16 november werd de woensdaggroep op niet mis te verstane wijze aangespoord. Of we niet een beetje konden opschieten. Pauze houden was eigenlijk ook iets overbodigs, zo liet een paar jongeheren overduidelijk blijken. Dat zit zo.
Op deze dag opereerden we bij de Elsmoat, een stukje natuurgebied, ingeklemd tussen de Horstkamplaan, Verwooldsweg en de Zuid Esmarkerondweg, in beheer bij de boeren die aangesloten zijn bij Stichting Stal-Esch (Stichting Agrarisch Landschapsbeheer Eschmarke). Het terrein behoort tot een groep versnipperde natuurgebiedjes in de Zuidesmarke, die ontstaan zijn na de aanleg van de N35. Deze terreinen waren toen niet meer geschikt voor landbouw en door de pachters van de Stal-esch werd vervolgens ingezet op natuurbeheer.
Dit gebied is tegenwoordig het domein van de onlangs teruggekeerde boomkikker (na een droog jaar werd hij bij de jaarlijkse telling niet meer waargenomen, maar afgelopen jaar is hij weer gespot). Hier was de reguliere opschoning aanstaande: verwijderen van de opgeschoten wilgeboompjes, zodat de poel weer vrij kwam te liggen, genoeg zon zou vangen en het water lekker warm kon worden voor onze groene vriendjes.
Nu bleken we op de Elsmoat onverwacht op fans te stuiten. Op dit ruige terrein met enkele poelen (waarvan in ten minste één ook een laag water staat) grazen namelijk een stuk of wat Schotse hooglanderstiertjes. Bruin, zwart of iets daartussen. Gezamenlijk kenmerk: zachte krullerige kop, omfloerste blik in de chocoladebruine ogen en imposante horens. Én belust op wilg. En dan met name de blaadjes, zo bleek. We hadden de eerste boom nog niet gerooid, of daar kwamen ze in slagorde aangewandeld. Zonder op of om te kijken stortten ze zich op onze rillen, stapten er vrolijk in- en doorheen om ook de laatste blaadjes ertussenuit te kunnen trekken met hun tong. De rillen in verwilderde staat achterlatend. We werden vervolgens de hele ochtend door hen vergezeld en omringd.
En toen wij dus om half elf in het novemberzonnetje aan de koffie met koek zaten aan de overkant van de weg, dromden deze heren binnen de kortste keren voor het ietwat slap hangende prikkeldraad bijeen. Hartstochtelijk en aanhoudend loeiend. Of we alsjeblieft weer verder konden gaan, want ze vonden de blaadjes zo lekker. Wij lieten ons niet opjagen (maar spanden voor de zekerheid het prikkeldraad wat hoger) en na de welverdiende break togen we aan het tweede deel van de klus. Om 12:35, met vijf minuten 'overwerk', namen we afscheid van onze harige vrienden. Iedereen tevreden.