Bij onze werkzaamheden in het bos kan het gebeuren dat je een keer een teek krijgt. Hiervan hoef je absoluut niet in paniek te raken maar het is wel verstandig hier goed mee om te gaan aangezien er een KANS bestaat dat je besmet zult raken met de ziekte van Lyme. Verwijder de teek door hem er voorzichtig uit te draaien en houdt de plek waar hij gezeten heeft nog een tijdje - tot een maand - in de gaten. Komt er een ringvormige vlek dan kun je het beste even naar de huisarts gaan die je dan een antibioticakuurtje voor zal schrijven. Teken zijn actief van maart tot november, het meest in het voor- en najaar.

 

Er zijn diverse bronnen van informatie:

 

Ieder dier heeft zo zijn plek in een voedselpiramide. Van de teek is niet duidelijk waar deze hierin thuishoort - zijn "nut" in de verschillende levensgemeenschappen is dus niet duidelijk. Ook is onduidelijk welke de natuurlijke vijanden van de teek zijn. De rode steekmier bijt de teek wel en neemt hem, als hij niet meer beweegt, wel mee naar het nest.

De geschiedenis

In 1975 werd een groot aantal kinderen uit de bosrijke omgeving van het stadje Lyme, aan de kust van Connecticut in de Verenigde staten, ernstig ziek. Z e hadden allen de verschijnselen van jeugdreuma ( Reumato�de artritis.). Jeugdreuma is een ernstige ziekte die niet vaak voorkomt. Toen er in Lyme zoveel kinderen met deze ziekteverschijnselen waren, werd door de wetenschappers al snel verondersteld dat er iets anders aan de hand moest zijn. Men noemde de ziekte : De ziekte van Lyme.

Pas in 1977 ontdekte dr. Steere dat de veroorzaker van de ziekte van Lyme werd overgebracht door de 'beet' van een teek. Teken zijn kleine spinachtige beestjes die zich voeden met bloed van zoogdieren. Nog veel later, in 1982, beschreef Dr. Burgdorfer de bacterie die de ziekte veroorzaakt.
Kenmerkend voor de ziekte van Lyme is een ringvormige vlek rond de plaats waar de teek gebeten heeft. Deze vlek verschijnt pas na een week en soms zelfs pas een maand later. De eerste ziekteverschijnselen lijken op een griepje : Vermoeidheid, koorts en rillerigheid, hoofdpijn, pijnlijke spieren en gewrichten en gezwollen klieren. Als de ziekte in dit vroege stadium niet herkend wordt, kan en een verergering optreden. De meest voorkomende verschijnselen zijn dan de reuma-achtige gewrichtsontstekingen en ontstekingen aan de zenuwen. Behandeling in dit stadium van de ziekte leidt helaas niet altijd tot volledige genezing. Veel mensen blijven hun leven lang last houden van zogenaamde restverschijnselen. Hieronder vallen onder andere het pijnlijk blijven van de gewrichten en plaatselijke verlammingen.

Het voorkomen van de ziekte van lyme

Hoewel in Nederland een kwart van de teken besmet is met de bacterie, kun je de ziekte van Lyme redelijk eenvoudig voorkomen. Allereerst kun je ervoor zorgen dat als je de natuur in gaat de kans op een tekenbeet zo klein mogelijk is. Dit doe je door met name je benen goed bedekt te houden. Draag een lange broek en stop deze in je sokken. Het is geen gezicht maar het werkt wel. Verder kun je jezelf en je kleding besproeien met een insectenwerend middel zonder drijfgas. Lees eerst even op de verpakking of er DEET in zit. Dit goedje werkt ook bij teken, in tegenstelling tot citronellaolie. Na een uitstapje in de natuur moet je altijd controleren ( Zelfcontrole, controle door anderen !!! ) of er een teek ergens op je zit. Met name de knieholte, de oksels, de schaamstreek, de oren en de hals zijn favoriete plekjes voor de teek. Verwijder een teek altijd meteen met een pincet of een speciaal tangetje. Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast en draai de teek er voorzichtig uit. Verbrand de teek nooit en probeer hem ook niet te verdoven met alcohol of spiritus want dan spuit deze als reactie een verdunnende vloeistof in het bloed waardoor een overdracht van bacteri�n plaats kan vinden. Als er monddelen van de teek zijn achtergebleven, moet de huid goed ontsmet worden om infectie te voorkomen. Mocht je gebeten zijn door een teek, let dan een tijdje goed op die plek. Als je een ringvormige vlek ziet verschijnen, moet je even langs de huisarts voor medicijnen ( Antibiotica.). Je bent er dan snel weer van af.

De ziekte van Lyme wordt verspreid door teken. Wereldwijd zijn er slechts vier soorten teken bekend die de ziekte kunnen overbrengen. De wetenschappelijke naam voor teek is Ixodes. In Noord Europa is Ixodes Ricinus, de teek die voornamelijk bij schapen gevonden wordt, de belangrijkste verspreider van de ziekte van Lyme ofwel de tekenbeetziekte.

De levensloop

Teken hebben een bijzondere levensloop van ongeveer drie jaar. Het leven van een teek verloopt in fasen van elk ongeveer een jaar. Voor elke stap is slechts ��n enkele bloedmaaltijd nodig die meerdere dagen kan duren. De teek steekt alleen zijn monddelen in de huid van het dier waarop hij terecht is gekomen. De dieren die de teek gebruikt om het bloed van te eten, zijn de zgn. gastheren. Het verteren van het bloed en de ontwikkeling van de teek naar de volgende fase vindt plaats in de lage begroeiing van het bos. De verandering en de daaropvolgende rustpauze zijn in de ongunstige seizoenen, de herfst en de winter. Deze vinden plaats op of boven de grond tussen het lange gras of de dorre bladeren waar voldoende bescherming gevonden wordt. Zo'n rustperiode heet een diapause.

Uit het eitje van de teek komt een 6-potige larve die net met het blote oog zichtbaar is. Na een paar dagen klimt de larve omhoog in het lange gras of het struikgewas en wacht op een passerende gastheer. Teken kunnen niet vliegen of springen. Ze klimmen op de vacht van de gastheer, meestal een muis, als deze langs de plant schuurt. De larve zoekt vervolgens een goede plek om zich te voeden. Na de beet eet de larve gedurende 2 tot 3dagen en wordt daardoor 10 tot 20 maal zo zwaar. Na de maaltijd valt de larve van de gastheer en verandert in de begroeiing in een nimf. De nimf heeft 8 poten en is 1 tot 2 millimeter groot. Na de diapause zoekt de nimf een volgende gastheer. Dit keer is er geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde diersoort. Na de bloedmaaltijd die dit keer 4 tot 5 dagen duurt, valt de nimf van de gastheer en verandert in een volwassen teek. De overgang van nimf naar volwassen teek valt weer in het ongunstige seizoen en omvat weer een rustperiode, de diapause.

Zolang ze larve en nymf zijn bijten mannetjes precies als vrouwtjes en zijn even gevaarlijk. Het volwassen vrouwtje is ongeveer 4 millimeter groot en voedt zich met het bloed van grotere zoogdieren zoals het hert. De bloedmaaltijd van zo'n volwassen vrouwtje duurt ongeveer een week waarbij ze zo groot wordt als een erwt. Volwassen mannetjes bijten niet. Ze wachten net als de wijfjes op een plantenstengel op een passerende gastheer en laten zich daarop vallen. Maar in plaats van bloed te zuigen, gaan ze op zoek naar een volwassen wijfje om te paren. Het mannetje en het vrouwtje paren op de gastheer waarna het vrouwtje van de gastheer valt. Het mannetje kan langer op de gastheer blijven en met meerdere vrouwtjes paren. Het vrouwtje legt vervolgens in de begroeiing ongeveer 2000 !!! eitjes en de cyclus begint weer van voren af aan.