Kluunplaatsen staan over het algemeen bekend als oversteekplaatsen in de schaatssport - daar waar de ijstrajecten niet doorlopen wordt gekluund. Ook als passeerplekken bij slecht ijs wordt de term wel gebezigd. In de roeisport (Kanoën) wordt op dezelfde manier over kluunplaatsen gesproken.

De Kluunplaatsen welke op het Aamsveen zijn gelegen, hebben ook iets met de kluunplaatsen in deze

sporten te maken. Ze hebben beiden te maken met lopen... In Friesland is klunen een stukje lopen (Soms op de knieën, soms gewoon op de schaatsen).

In het Aamsveen is een kluunplaats een plek waar bonken opgebaggerd veen cirkelvormig werden neergelegd. Cirkelvormig omdat er een paal in het midden stond waaraan een paard vastgebonden was. Het paard liep rondjes (Het klunen!!!) over het veen zodat alles goed werd gemengd, gehomogeniseerd desgewenst... Het water liep naar de zijkant weg. Daarna werd het veen gedroogd. Misschien was het zelfs wel zo dat het touw van het paard zichzelf - door het rondlopen - opwond zodat het paard spiraalsgewijs al het veen bekluunde!

Het ontstaan

De ontginning van het veen oftewel de winning van turf, verschilde van plaats tot plaats en was afhankelijk van de omstandigheden. Droge en natte vervening verschillen zoveel van elkaar dat er zelfs twee termen voor zijn: droge vervening heet afvenen en natte vervening wordt uitvenen genoemd. Ook de producten zijn anders: hoogveen levert lange bruine turf. In de laaggelegen veengebieden werd dus gebaggerd en de bagger werd met voetkracht (Klunen!!!) gedroogd, wat het korte zwarte turf oplevert.

Ook bij de winning van turf uit het hoogveen werd er gekluund. Als de vaste turf was weggestoken bleef er een drabbige massa over, kluunmot genoemd. Deze massa werd uit de kluungaten geschept en over een zo vlak mogelijk oppervlakte uitgespreid. Na het uitwateren en drogen werd deze "kluun" in broodjes gesneden en verder als turf verwerkt.

In de tijd van de turfwinning zijn er op het Aamsveen dus op verschillende plaatsen ronde, cirkelvormige plaatsen aangelegd om het natte veen te drogen. Deze cirkels werden indertijd gemaakt van zwerfkeitjes. Dit natte veen bestond vooral uit de "resten" die overbleven na het normale turfsteken waarbij de turfen werden gewonnen. Op deze manier kon dus wat meer turf worden gewonnen. Deze kluunplaatsen groeien erg snel dicht en het is dus zaak om ze geregeld schoon te maken.

Hoeveel van deze kluunplaatsen er in totaal zijn is ons niet bekend. Het heeft zover dus niets te maken met natuurbehoud maar met cultuurbehoud. Ze hebben dus een cultuurhistorische waarde. Het past hiermee binnen de doelstellingen van onze club.

Het onderhoud

Een voegenkrabber en een kruiwagen om de los gekrabte begroeiing af te voeren, zijn de gereedschappen die je nodig hebt. Als je mee doet kom je ook eens op een normaal voor het publiek gesloten deel van het Aamsveen. De werkzaamheden worden uiteraard in overleg met Landschap Overijssel uitgevoerd.