door: María ten Oever (MaS-stagiaire), met foto's door haarzelf gemaakt.
Het gebied waar we naartoe gingen heet het Stepelerveld. Het is in bezit van natuurmonumenten. Het gebied ligt tussen Haaksbergen en Enschede.
We moesten stukken dichtgegroeid bos weghalen zodat er een doorgang kwam tot een mooi stukje grond met heide en een poel. De stukken die we moesten weghalen waren afgezet met rood lint. Hierdoor wisten we waar we moesten zagen. Het was heel erg dichtgegroeid en het gebied erachter zag je al helemaal niet meer. Het leek wel onmogelijk om een doorgang te maken. Om de doorgang te maken gingen we vooral wilgen, berken en lariksen weghalen en op rillen leggen. Sommige waren wel 8 meter hoog. De omgezaagde bomen moesten in stukken worden gezaagd om zo mooie rillen te maken.
Het doel was om een aantal lariksbomen te verwijderen. Om de oorspronkelijke plant- en boomsoorten meer leefruimte te bieden. Natuurmonumenten streven naar natuurlijke bossen waar de natuur haar gang kan gaan. Hier willen ze loofbomen ook een kans geven. Ingrijpen is dan ook nodig. Staand en liggend hout lieten we achter voor paddenstoelen of als nest voor vogels, muizen en vleermuizen.
We hadden nauwelijks knipscharen nodig. We gebruikte vooral zagen. Anna en ik (we doen allebei onze maatschappelijke stage) hadden samen een tweepersoons zaag. In het begin moesten we het even doorkrijgen, maar we kregen het uiteindelijk onder de knie.
Het weer was wel mooi. Het regende niet, maar er was geen blauwe lucht en zon. De wind voelde wel als ijs aan dus het was nog best wel koud, maar als je aan het werk was kreeg je het wel weer warm.
We werden in een aantal groepen opgedeeld. We begonnen meteen met zagen. De bomen waren heel erg hoog en als we ze hadden omgezaagd moesten we ze ook in stukken zagen. Vele bomen verder hadden we pauze. Het land erachter was al bijna in zicht. Na de pauze gingen we gewoon weer verder. We hebben nog veel bomen kunnen verwijderen. Toen we het land konden zien en bereiken, zijn Anna en ik er naartoe gegaan. Het was heel erg mooi. Met een mooie poel, sigaren en heide.
Opeens liepen er twee muizen onder onze voeten door. Ze waren heel schattig en we konden nog best wel dichtbij komen. Het waren veldmuizen, maar ze liepen wel door het water heen.
Het laatste half uur was het nog alleen maar slepen. Toen we klaar waren stond er soep en broodjes voor ons klaar. Een vegetarische pompoensoep en een erwtensoep. In de ijskoude wind at ik warme pompoensoep. Het was heel erg lekker.
Deze stagedag heb ik dit geleerd. Ik heb geleerd wat wigjes waren. Dit doe je zodat je meer ruimte hebt om te zagen.
(voor) (na)