door: Geert Bekkering (met foto's van Dick Vos en Anton Heuven)
Een bus vol vrijwillige Twentse landschapsonderhoud-deskundigen, ging naar de heel andere natuur van de uiterwaarden van de Neder-Rijn en de Veluwezoom om te zien hoe ze het daar doen.
De veilige handen van Dick Vos stuurde de grote bus rustig en behendig door de lastigste bochten - ook achteruit – om ons eerst naar de Blaauwe Kamer voorbij Wageningen te brengen.
Bij oude fabrieksgebouwen werden we opgewacht door vrijwilligers van het Utrechts Landschap, die ons in vier groepen meenamen de uiterwaarden in. De steenfabriek was vooral voor de wederopbouw na de oorlog heel actief, maar sloot in 1975. In 1992 is daarna een deel van de zomerdijk afgegraven, zodat de rivier bij hoogwater veel ruimte heeft. De kleiputten staan nu vol water en hebben een rijke flora. De uiterwaarden zijn langzaamaan volgegroeid met meidoorns, die door de Koniks en Galloways gesnoeid worden. Verder waren er nog nauwelijks bijzondere planten te zien, en wat er aan natuuronderhoud moest gebeuren werd mij niet echt duidelijk. Ook bijzondere vogels zagen we in de uiterwaarden niet, maar bij een grote vijver broedden op een eilandje lepelaars, aalscholvers en blauwe reigers door elkaar heen. Een uniek gezicht.
Ook ouwe gebouwen van de steenfabriek waren langzamerhand onderdeel van de natuur geworden.
Tussen de middag was er in het restaurant een zeer royale lunch voor ons klaar gezet en voor de verslaafden onder ons, eindelijk de koffie.
In het winkeltje was de nodige informatie, waarvan goed gebruik werd gemaakt.
De bus bracht ons voor de middag naar de “Grote Modderkolk” bij Loenen. Ook hier weer een verdeling in vier groepen.
De gids vertelde dat eigenlijk alle beken hier vergraven zijn, vaak vanuit een kwelgebied stroomopwaarts tot een echte bron, hier spreng geheten. Het zijn dus sprengenbeken, die vroeger vooral de watermolens voedden voor het maken van papier, het malen van meel of het wassen van wasgoed. Bij de aanleg van het kanaal van dieren naar Apeldoorn (en zelfs Zwolle), is er een bijzonder grote beek aangegraven en met een flink aantal stenen trappen geworden tot de grootste waterval van Nederland. Dat om het kanaal van extra water te voorzien, op een moment in de geschiedenis dat de spoorlijnen werden aangelegd en de functie van die kleine kanalen geleidelijk veel minder belangrijk werd.
Natuurmonumenten is in dit gebied actief met o.a. het omvormen van naaldbossen tot gemengde loofbossen en het goed onderhouden van de sprengen. Veel mensen zien de Veluwe nog als zandige dennenbossen, maar juist die vrij steile oostelijke rand hoort er echt bij en maakt het tot een zeer gevarieerd gebied.
De boerderij uit 1843 functioneert vanaf 2001 als een Open Erf. Een biologische zorgboerderij met moestuin, theeschenkerij en boerderijwinkel met biologische producten. Ze hebben de potstal weer op een nieuwe manier in gebruik genomen voor het oude ras van de Brandrode runderen.
Anton zorgde heel zorgzaam voor biologische sappen voor de terugweg in de bus. En we werden keurig op tijd weer afgeleverd door Dick.
Hulde!
Ik kijk uit naar het volgende jubileum.